Tuin Tips

Hieronder vind u handige tips en informatie om uw gewassen te beschermen en/of te helpen om tot volle groei en bloei te komen. Denk hierbij aan ziekten en plagen, zaaien en planten van de gewassen enz.

Zaai- en Plantmomenten

Zaaimomenten

Vroegste zaaimoment

1e helft januari:spinazie, tuinkers

2e helft januari:doperwt, ijsbergsla, kropsla, krulsla, pluksla, peterselie, peul, prei, rode kool

1e helft februari:aubergine, bloemkool, broccoli, kervel, raapstelen, radijs, savooiekool, snijsla, spitskool, spruiten, suikererwt

2e helft februari:bladselderie, bleekselderie, knolselderie, koolrabi, pastinaak, rode biet, Romeinse sla, stengel-ui, witte kool, zilver-ui, zuring

1e helft maart:andijvie, haverwortel, kapucijner, knoflook, paprika/peper, rucola, tomaat

2e helft maart:augurk, kardoen, komkommer, meloen, Nieuw-Zeelandse spinazie, paprika, raap, zaaisjalot, snijbiet, tuinmelde, zaai-ui

1e helft april:knolvenkel, rammenas, spruiten, wortelpeterselie

2e helft april:Chinese kool, courgette, patisson, pompoen, postelein, schorseneer, snijsla, stamboon, stokboon, suikermaïs

1e helft mei:boerenkool, witlof

2e helft mei:koolraap

1e helft juni:groenlof, roodlof

2e helft juni:veldsla


Laatste zaaimoment

2e helft maart:aubergine, paprika/peper

1e helft april:kapucijner, knolselderie, zaai-sjalot, tomaat, zaai-ui

2e helft april:doperwt, haverwortel, meloen, rode kool, suikererwt, witte kool, zilver-ui

1e helft mei:bleekselderie, kardoen, peul, schorseneer, suikermaïs, wortelpeterselie

2e helft mei:Nieuw-Zeelandse spinazie, savooiekool, witlof

1e helft juni:komkommer, pompoen, spekboon

2e helft juni:augurk, boerenkool, courgette, koolraap, patisson, pronkboon, snijboon

1e helft juli:andijvie, broccoli, groenlof, knolvenkel, koolrabi, pastinaak, prinsessenboon, rode biet

2e helft juli:ijsbergsla, prei, roodlof, stamboon

1e helft augustus:Chinese kool, peterselie, postelein, raap, raapstelen, radijs, rammenas, Romeinse sla, snijbiet

2e helft augustus:spitskool, tuinmelde

1e helft september:bladselderie, winterpostelein, zuring

2e helft september:bloemkool, rucola

1e helft oktober:stengel-ui, veldsla

2e helft oktober:kervel

1e helft november:knoflook, kropsla

2e helft december:spinazie, tuinkers


Plantmomenten

Vroegste plantmoment

2e helft januari:kropsla, krulsla, pluksla

1e helft februari:bruine plant-sjalot

2e helft februari:doperwt, ijsbergsla, peul, plant-ui

1e helft maart:knoflook

2e helft maart:aardappel (vroeg en halfvroeg), bloemkool, broccoli, koolrabi, peterselie, prei, rode biet, savooiekool, spitskool

1e helft april:rode biet, rode kool, Romeinse sla, gele plant-sjalot, suikererwt, tomaat

2e helft april:andijvie, aubergine, augurk, bladselderie, spruitkool, stengel-ui

1e helft mei:kapucijner, knolvenkel, komkommer, meloen, stamboon, stokboon, suikermaïs, witte kool

2e helft mei:bleekselderie, Chinese kool, courgette, kardoen, knolselderie, Nieuw-Zeelandse spinazie, patisson, pompoen, spinazie, stokboon

2e helft juni:boerenkool


Laatste plantmoment

1e helft april:aardappel (halflaat en laat), doperwt, peul, plant-ui

2e helft april:aubergine, bruine plant-sjalot, gele plant-sjalot

1e helft mei:suikererwt

2e helft mei:bleekselderie, stamboon, suikermaïs

1e helft juni:bladselderie, kapucijner, kardoen, knolselderie, komkommer, meloen, Nieuw-Zeelandse spinazie, rode kool, spruitkool, tomaat

2e helft juni:augurk, pompoen, stengel-ui, witte kool

1e helft juli:courgette, patisson

2e helft juli:Chinese kool, savooiekool

1e helft augustus:bloemkool, boerenkool, broccoli, ijsbergsla, knolvenkel, koolraap, koolrabi, Romeinse sla

2e helft augustus:andijvie

2e helft september:peterselie, prei

1e helft oktober:spitskool

2e helft oktober:stengel-ui, plant-ui

1e helft november:knoflook, kropsla, krulsla, pluksla

Composteren



Composteren in de moestuin

Compost bestaat uit afgebroken groen-afval (GFT). Bacteriën, schimmels en beestjes als wormen en slakken zetten het afval om tot een voedzame bron van planten. Let bij de aanleg van een eigen composthoop op dat hij zo gevarieerd mogelijk moet zijn. Zorg voor de juiste verhouding van vochtig en droog materiaal, slap en stevig, grof en fijn, koolstofrijk (zaagsel, snoeihout, stro, boombladeren) en stikstofrijk (gras, mest, tuinafval). Sorteer je tuinafval op kleur, groen en bruin, en leg die om en om in lagen op de hoop, de zogenoemde lasagne-methode. Gebruik eventueel een hakselaar om grof tuinafval klein te krijgen.


Voldoende lucht in de composthoop versnelt het proces en voorkomt nare luchtjes. Keer de hoop daarom elke zes weken ondersteboven. De meeste compostbakken hebben onderin een klep, zodat je de compost er uit kunt scheppen en bovenop kunt gooien. Je kunt ook een beluchtigingsstok in de hoop steken om hem te beluchten, doe dat ongeveer een keer per week.


Voorkom dat de composthoop te nat of te droog wordt. Bij te veel regen spoelen de voedingsstoffen weg of ontstaat een tekort aan lucht. Als de hoop te warm wordt dan werken de bio-organismen minder goed. Plaats de hoop of vat daarom onder een boom of een afdak, half beschut tegen de zon en regen, is een goede plek.


Plaats een composthoop minimaal vijf meter van een vijver vandaan. De meststoffen kunnen het water vervuilen.

Je kunt mest, gips of kalk toevoegen aan de composthoop. Daarmee kun je het composteren versnellen, zonder dat je speciale compostversnellers nodig hebt. Bovendien gaat kalk verzuring tegen. Bij natuurlijk composteren is dit niet nodig.

Zeef de verzamelde compost met bijvoorbeeld kuiken- of centimetergaas. De fijne compost is geschikte voeding voor planten.


Wat composteren??

Niet al het groenafval mag op de composthoop. Zie hieronder wat je over het algemeen wel en niet zelf mag composteren. Als je een roterende composter gebruikt, kun je meer afval zelf composteren dan hieronder genoemd. Moet je groenafval (bijvoorbeeld snoeiafval) verplaatsen, huur dan een speciale groenaanhanger.


Wel composteren

  • snoeiafval in kleine stukjesgrasmaaisel

  • herfstbladeren

  • eierschalen

  • koffiefilters en koffiedik

  • rauwe groenten en fruit

  • houtsnippers

  • mest van kleine, plantenetende huisdieren (konijnen, duiven)

  • noten en pitten

  • doppen van pinda´s en noten

Niet composteren

  • gekookte etensresten
  • vetten
  • schillen van niet-biologische aardappelen en citrusvruchten
  • kattenbakkorrels en -poep
  • onkruid en zieke planten
  • coniferentakken
  • bloeiende en zaaddragende planten
  • vlees en botjes
  • koffie-pads en theezakjes
  • peuken, sigaretten-as
  • composteerbare kunststof (met kiemplant- of OK Compost-logo)
  • houtskool
  • kaaskorsten


Hoe composteren

Verspreid ongeveer twee centimeter compost over je gehele tuin. De wormen komen hierdoor naar boven en nemen het materiaal in zich op. Het verteerde afval van de wormen, ook wel humus genoemd, vormt het voedsel voor de planten en bomen in de tuin. De snelle verspreiding van de wormen worgt voor veel gangen in de grond, daardoor verdwijnt wateroverlast en kunnen planten en bomen hun wortels dieper nestelen. Ze krijgen een mooier wortelgestel en kunnen makkelijker zuurstof, voedingsstoffen en water opnemen.


De planten en bomen in de tuin worden sterker, gezonder, bloeien langer en zijn minder vatbaar voor ziekten en plagen. Als je eenmaal een keer begonnen bent met composteren, moet je de wormen elk jaar voorzien van eten. Je moet dus elk jaar opnieuw compost verspreiden over je tuin. Maar verder kun je de natuur zijn werk laten doen.


Wat moet bij wat?? Waar wel of geen mest??

Aardappels:compost in de voor of later bovenop

Aardbeien:geen mest, wel houtskool of hout-as en compost uit het bos

Andijvie:heeft veel stikstof nodig dus goed composteren. Doe er ook wat oude mest bij

Bloemkool:organische mest (oude) in de plantgaten. De wortels mogen niet in direct contact komen met de mest. Doe er dus wat aarde tussen

Boerenkool:geen bijzonderheden. Doen het bijna altijd goed

Bonen:geen mest, wel veel zaagsel door de oppervlakte

Bruine bonen:zaagsel en compost

Chinese kool:goed composteren

Doperwten:ze kunnen niet tegen een lage PH. De grond wat bekalken en goed composteren kan helpen. Absoluut niet bemesten

Koolraap:geen mest, wel compost

Kroot (rode bietjes):geen verse mest, wel compost

Mais:mest boven op de grond

Prei:het liefst waar bonen hebben gestaan. Ze stellen hoge eisen aan de grond. Mest en compost op de grond strooien

Rabarber:mest in het najaar strooien

Radijs:absoluut geen mest, goed als nateelt van vroege groente

Rode kool:compost in het kuiltje

Sjalot:mest tussen de rijen

Spinazie:op de vochtige, voedzame grond, dus compost

Spitskool:compost in het kuiltje

Spruitkool:plaatsen tussen gewas wat in de loop van de zomer verdwijnt

Tomaat:evt. op broeimest. 5 cm aarde tussen wortels en mest

Tuinbonen:ne het zaaien mest strooien. Alleen toppen als men vroeger bonen wilt hebben of als er luis in komt

Uien:organische mest over de grond

Witlof:geen bijzonderheden hier

Witte kool:als bloemkool en rode kool

Wortelen:absoluut geen mest. Niet zaaien waar het jaar ervoor ook wortelen hebben gestaan of in de buurt ervan. De grond niet van tevoren losmaken. Strooi tijdens het zaaien wel wat hout-as mee

Schimmelziekten voorkomen en bestrijden

Bladvlekkenziekte:

Komt voor bij andijvie, kervel, koolsoorten, peterselie, selderie, tomaat

Wordt voorkomen door: voldoende luchtcirculatie (in kas); blad kans geven om op te drogen


Botrytis:

Komt voor bij aardbei, aubergine, boon, paprika, ui, witlof

Wordt voorkomen door: ruim uit te planten; blad kans geven om op te drogen


Fusarium:

Komt voor bij aardbei, aubergine, komkommer

Wordt voorkomen door: consequent toepassen van teeltwisseling; teelt op onderstam

Wordt bestreden door: niet te bestrijden; aangepaste plantendelen verwijderen en afvoeren uit de tuin


Grauwe schimmel: Zie botrytis


Knolvoet:

Komt voor bij alle kruisbloemigen (koolsoorten en radijs, rammenas, raap, rucola)

Wordt voorkomen door: toepassen van ruime wisselteelt; bekalken van plantgat; leggen van rabarberblad in plantgat; het in het plantgat deponeren van iet-besmette grond van elders; het uitsluitend toepassen van voorjaarsteelt

Wordt bestreden door: niet te bestrijden; gehele plant verwijderen en afvoeren uit de tuin


Meeldauw:

Komt voor bij aardbei, aubergine, Chinese kool, courgette, komkommer, meloen, paprika, spruitkool, tomaat, veldsla

Wordt voorkomen door: ruime plantafstanden gebruiken; nooit water geven op het blad; bij droogte veel water geven

Wordt bestreden door: thee/gier van boerenwormkruid te vernevelen; spuitzwavel te vernevelen


Phytophtora infestans:

Komt voor bij aardappel, tomaat en aubergine.

Wordt voorkomen door: ruim uit planten (plant moet kunnen opdrogen); regenval op het blad voorkomen (tomatendakje); ruime teeltwisseling toepassen (bij aardappelen); vroege (aardappel)teelt toepassen; aardappelrassen met hoge tolerantie kiezen

Wordt bestreden door: het direct verwijderen en afvoeren van aangetast blad; bij voortgaande besmetting het loof verwijderen


Roest:

Komt vooral voor bij prei en stokroos

Wordt voorkomen door: ruime plantafstanden gebruiken; thee/gier van kaliumhoudende planten toedienen zoals boerenwormkruid/heermoes; spuitzwavel te vernevelen

Wordt bestreden door: aangetast blad weg te nemen


Schimmel (algemeen):

Wordt voorkomen door: thee/gier van heermoes toedienen; knoflookextract gebruiken; zeewierextract toedienen; spuiten met compostextract; spuitzwavel te vernevelen


Schurft:

Komt voor bij aardappel

Wordt voorkomen door: geen kalk strooien op aardappelperceel; geen water geven bij droogte op lichte grond

Wordt bestreden door: gebruik van spuitzwavel


Smeul: Zie botrytis


Valse meeldauw:

Komt voor bij bloemkool, broccoli, komkommer, sla, spinazie, ui

Wordt voorkomen door: ruime plantafstanden toepassen; het gewas droog houden

Wordt bestreden door: kan nauwelijks worden bestreden


Verticilium: Zie fusarium

Verwelkingsziekte: Zie fusarium

Vruchtrot: Zie botrytis

Kruiden kunnen op verschillende manieren van invloed zijn op de gewassen in de moestuin. Hieronder vind je diverse soorten onkruiden met beschrijvingen die de volgende indeling hebben:

De bloei trekt diverse insecten aan met gunstige effecten voor bevruchting (bijv. bijen) en beschermt tegen ongewenste insecten (mieren, luizen, vliegen)

Het kruid als plant fungeert als bescherming tegen diverse plagen (zoals wittevlieg, luis, slak en mier)

Het kruid als plant combineert goed of slecht met gewenste groenteplanten

Het kruid als te composteren plant of als groenbemester is een bron van mineralen (zoals stikstof, kalium, fosfor, magnesium en calcium)

Het kruid in de vorm van aftreksel, thee en gier bestrijdt de ziekten en plagen en versterkt planten in de groei die daardoor weerbaarder worden tegen ziekten en plagen.

Thee: plantendelen koken, laten afkoelen, uit het water zeven en het plantenvocht verdund (meestal 1 deel op 10 liter water) over moestuinplanten vernevelen.

Extract: idem als bij thee maar het plantenvocht onverdund (sterker, maar ook gevaar voor bladverbranding) over moestuinplanten vernevelen.

Gier: plantendelen aan koud water toevoegen, 2 weken lang dagelijks omroeren waardoor gisting optreedt en vervolgens eruit zeven; het plantenvocht in verhouding 1:10 verdunnen en over planten vernevelen.


Afrikaantje:

plant/bescherming: weert schadelijke insecten, in het bijzonder wittevlieg bij aubergine, augurk, komkommer, tomaat; beschermt tegen motluis en weert ritnaalden

plant/combinatie: gunstig voor aardappel, koolraap, pompoen en tomaat


Basilicum:

plant/combinatie: gunstig voor asperge, komkommer, paprika, (knol)selderie, tomaat; weert schadelijke insecten

thee, gier: bestrijdt asperge-kever


Bernagie (borage, komkommerkruid):

bloemen: trekt veel bijen aan

thee, gier: brengt mineralen in de grond zoals magnesium en stikstof


Boerenwormkruid:

bloemen: trekken veel nuttige insectensoorten aan waaronder lieveheersbeestje; weert mieren en vliegen

plant/bescherming: weert ritnaalden

plant als compost en groenbemester: slaat kalium op in de grond

thee, gier: bestrijdt Colorado-kever, koolgalmug, koolrups, koolvlieg, luis, meeldauw, roest, spint, wortelvlieg


Brandnetel:

plant als compost en groenbemester: staat mineralen aan de grond af zoals calcium, ijzer, koper, mangaan, stikstof en kiezelzuur

thee, gier: functie net zoals groenbemester; weert zwarte luis bij tuinboon


Citroenkruid:

plant/combinatie: weert koolwitje bij koolsoorten


Dille:

plant/bescherming: weert luis en mijt

plant/combinatie: combineert goed met aardappel, augurk, boon, doperwt, kapucijner, komkommer, kool, peul, raapstelen, rode biet, sla, suikererwt, suikermaïs, ui en wortel; ongunstig voor tomaat


Dropplant:

plant/bescherming: weert koolwitje, koolgalmug, koolvlieg


Goudsbloem:

bloemen: trekken nuttige insecten aan

plant/bescherming: weert mieren en ritnaalden

plant/combinatie: gunstig voor (stengel-)ui

thee, gier: algemeen plantenversterkend, weert asperge-kever


Heermoes:

plant/compost of groenbemester: geeft kalium af aan de grond

thee, gier: functie net zoals groenbemester; beschermt tegen schimmels (vooral bij zaailingen)


Hysop:

bloemen: trekt veel bijen aan

plant/bescherming: trekt koolwitje aan en houdt het weg bij koolplant


Kamille:

plant/combinatie: gunstig bij koolsoorten, raapstelen, (stengel-)ui; ongunstig bij aardappel

thee, gier: stimuleert groei van ui; bestrijdt diverse plantenziekten, weert luis (in combinatie met melk dood het schimmels)


Kervel:

plant/bescherming: weert mier, slak en luis

plant/combinatie: gunstig bij sla; ongunstig bij radijs


Klaver:

plant/compost of groenbemester: geeft stikstof af aan de grond


Knoflook:

plant/combinatie: gunstig bij augurk, komkommer, paprika, rode biet, selderie, sla, snijbiet, tomaat, ui en wortel; ongunstig bij boon, doperwt, kapucijner, peul, prei, spinazie, suikererwt

thee, gier: beschermt tegen meeldauw en diverse schimmelziekten; weert schadelijke insecten en slakken (evt. mengen met blaadjes van afrikaantjes) met een extract van knoflook heb je een veelzijdig middel in handen tegen slakken, schimmels en ongewenste insecten; hak een knoflookbol zo fijn mogelijk; laat dit enkele uren intrekken in een liter water; zeef het en sproei het tegen de avond over de te beschermen (slakken!) planten


Knoopkruid:

bloemen: trekt vlinders, nachtvlinders, bijen en vliegen aan


Koriander:

bloemen: trekt bijen aan

plant/bescherming: weert luizen

plant/combinatie: combineert goed met rode biet, sluitkool en niet met venkel

thee, gier: bestrijdt mijt


Lavendel:

bloemen: trekt bijen aan

plant/bescherming: weert bladluis


Munt:

bloemen: trekken veel bijen aan

plant/bescherming: weert muizen, aardvlo en koolwitje; groene munt (aarmunt) weert luis

plant/combinatie: gunstig voor doperwt, kapucijner, koolsoorten, peul, raap, suikererwt en tomaat; ongunstig voor wortel

thee, gier: bestrijdt Colorado-kever op aardappel, luis op groenlof en bestrijdt mier


Oost-Indische kers:

plant/bescherming: weert luis bij broccoli en wittevlieg bij augurk, aubergine, komkommer, paprika, tomaat

plant/combinatie: gunstig bij koolsoorten, patisson, prei, radijs, rammenas, selderie, tomaat; ongunstig bij pompoen


Paardenbloem:

plant/bloemen: trekt tientallen nuttige insectensoorten aan

plant/combinatie: ongunstig voor raap/meiraap

plant/compost of groenbemester: geeft calcium, ijzer, koper, en stikstof af aan de grond


Peterselie:

bloemen: trekken bijen en zweefvliegen aan

plant/bescherming: weert koolvlieg bij ui en wortel

plant/combinatie: gunstig bij raap, radijs, rammenas, tomaat; ongunstig bij sla en selderie

thee, gier: weert asperge-kever


Rabarberblad:

thee, gier: beschermt tegen luis, rups en koolvlieg


Salie:

plant/bescherming: weert schadelijke insecten bij koolplanten

plant/combinatie: gunstig bij boon, doperwt, kapucijner, sluitkool, peul, suikererwt en wortel; ongunstig bij komkommer, pastinaak en pompoen


Smeerwortel:

plant/compost of groenbemester: slaat kalium en stikstof in de grond op

thee, gier: functioneert net zoals groenbemester

Plaag- en plezierkruiden in de moestuin